eersel

Een historische schets van de gemeente Eersel

 

De gemeente Eersel bestaat uit de woonkernen Eersel, Duizel, Steensel, Vessem, Knegsel en Wintelre.

 

De bewoning van het gebied gaat ver terug. Er zijn bijvoorbeeld sporen van rendierjagers uit de laatste ijstijd gevonden. In de tijd van de grafheuvels en urnenvelden was er permanente bewoning. Vooral het hooggelegen Knegsel heeft veel prehistorische vindplaatsen: o.a. grafheuvels bij het Huismeer en de Moormanlaan en een urnenveld aan de Urnenweg. Na de Romeinse tijd is het gebied ontvolkt.

 

Omstreeks 550 begon de Frankische kolonisatie van de streek. In 712 schonk de edele Engelbert een deel van het domein ‘Eresloch’ aan St. Willibrord. Deze liet zijn bezit na aan de abdij van Echternach. Ook andere kerkelijke instellingen kregen grond en rechten.

In het begin van de 13e eeuw verwierf de hertog van Brabant het gebied. De bevolking nam in die tijd sterk toe. Het leidde onder andere tot de bouw van (nieuwe) kerken en torens. Eersel werd een regionaal centrum: schepenbank voor het gebied van Vessem/ Wintelre tot Bergeijk/ Borkel en Schaft, tevens centrum voor belastinginning en marktplaats. De ‘vrijheid’ Eersel heeft na 1300 geleidelijk aan betekenis verloren; zo kwamen Vessem, Knegsel en Wintelre onder de schepenbank van Oerle (tot 1561).

 

De welvaart van de late middeleeuwen verdween tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De bevolking werd door de legers van vriend en vijand blootgesteld aan moordpartijen, brandschatting en plundering. Na de vrede van 1648 kwam het gebied definitief aan de Republiek. Het betekende onder meer dat de kerken van de katholieken werden afgenomen.

De malaise in de volgende anderhalve eeuw werd niet alleen veroorzaakt door hoge belastingen en lage graanprijzen, maar ook door de oorlogen met Frankrijk in de periode 1660-1713. Juist de grensstreek werd hiervan de dupe. Knegsel en Steensel bijvoorbeeld zijn in 1688 geheel verwoest. Uit een archiefstuk over Knegsel weten wij ‘dat al de beste en de meeste ingesetenen zijn verschoven naar andere dorpen.’ Boeren zochten in de 18e eeuw als seizoenarbeider elders werk. De ‘Teuten’, kooplui die ver van huis hun koperen huisraad, kleding en mensenhaar verhandelden, vertrokken voorgoed. Veel bewoners moesten een beroep doen op de armenzorg. Verzoeken tot uitstel of vrijstelling van betaling waren talrijk. In 1790 werd 19% van Eersel tot de onvermogenden en armen gerekend; in de vijf andere dorpen was dat nauwelijks beter.

 

Negentiende eeuw

 

In de 19e eeuw werkten de meeste mensen nog in de agrarische sector (al is het in Eersel altijd minder geweest dan in de andere kerkdorpen). Mest was op de zandgrond van essentieel belang: van de hoeveelheid mest hing af hoeveel land de boer kon bewerken; van de hoeveelheid grond hing weer af hoeveel koeien hij kon houden. Het was een vicieuze cirkel, waardoor het aantal mensen en de omvang van de veestapel en van de cultuurgrond sinds de middeleeuwen nagenoeg onveranderd waren gebleven. De cirkel werd pas doorbroken door het gebruik van kunstmest (circa 1850).

 

De grootste veranderingen vonden plaats in de periode 1875-1925. Door de sterk gedaalde prijs kon het gebruik van kunstmest sterk stijgen. Het vervoersprobleem werd opgelost door de aanleg van de stoomtramlijn Veghel-Eindhoven-Reusel (1897). Hierdoor was de grootschalige ontginning van de gemeenschappelijke heidegronden mogelijk. De boerenbonden (NCB), kort vóór de eeuwwisseling opgericht, stelden zich als eerste taak de coöperatieve aankoop van kunstmest, zaaigoed en veevoer. Boerenleenbanken maakten het opnemen van krediet mogelijk. Er ontstonden ook coöperatieve melkfabriekjes die werkten met de handcentrifuge; in 1912 kwam de coöperatieve Stoomzuivelfabriek in Eersel tot stand. Ten slotte kwam er ook nieuwe werkgelegenheid in de kleine, ambachtelijke sigarenmakerijen, voortgekomen uit de huisnijverheid van circa 1875. Sommige bedrijven werkten in het begin van de 20e eeuw al met tientallen werknemers. Uiteindelijk bleven in de gemeente twee (grote) sigarenfabrieken over.

 

Na 1945

 

Kort na de Tweede Wereldoorlog werden plannen gemaakt om de Kempische bevolking in de eigen streek te houden. Door de toename van de bevolking, de vermindering van de werkgelegenheid in de gemechaniseerde landbouw en de geringe uitbreiding van de industrie, verhuisden vele mensen naar elders en nam de pendel, vooral naar Eindhoven, sterk toe.

In uitbreiding van industrie en dienstverlening zag men de oplossing. Overigens werd de pendel na 1960 versterkt door de trek uit de stad naar de dorpen. Eersel, Duizel, Steensel, Vessem, Wintelre en Knegsel groeiden naar hun huidige omvang. Het leidde er tot vestiging van nieuwe industrieën en tot nieuwe voorzieningen in onderwijs, sport, recreatie en culturele zaken. Door de schaalvergroting sinds 1945 is het oude dorpskarakter van de gemeente aangetast, maar dit is geen belemmering geworden voor een prettig leef- en werkklimaat.

 

Parel van de Kempen

 

De gemeente Eersel wordt ook wel ‘de parel van de Kempen’ genoemd. Het is er goed wonen, werken en recreëren. De gemoedelijke Brabantse sfeer is voor velen aanleiding om in het weekend of in de vakantie een bezoek te brengen aan een van de zes dorpen.

Specifiek hier noemen wij het voormalig gemeentehuis in Vessem dat door zijn architectuur (de Bossche school) en zijn ligging, van grote historische waarde is. Knegsel is, met de vele grafheuvels, wel een van de oudste dorpen in de Kempen en is door haar sfeer zeker een bezoek waard. In Steensel staat een bakstenen vrijstaande toren, vermoedelijk uit het eind van de 14e eeuw (gerestaureerd 1960). In Duizel (in 1337 als Dusele vermeld en later Duisel geheten) staat een in 1967 gerestaureerde 15e eeuwse toren. In Wintelre, ook wel ‘Wentersel’ genoemd, waken de twee leeuwen bij de kerk nog over dit dorp, dat hierdoor haar eigen identiteit heeft kunnen behouden.

In Vessem staat ‘de Jacobus-bergmolen’ die nog steeds in werking is en kan worden bezocht. Deze molen is gebouwd in 1893.

Karakteristiek voor de gemeente Eersel is zeker de historische markt in de kern Eersel. Deze markt is al vele jaren een beschermd dorpsgezicht en is omringd door vele fraaie oude panden. Door de eeuwen heen was het een trefpunt voor heel veel mensen.

In voormalige herbergen, waar het altijd goed toeven was en de handelsreiziger rust en vertier zocht, treft men nu de toerist aan.

De Mariakapel uit de 15e eeuw, de dorpspomp en de kiosk, gelegen aan de Markt, geven een goede kijk op de rijke historie van Eersel.

Eersel is het Kempische dorp bij uitstek, waar tevredenheid en gemoedelijkheid heerst.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Eersels volkslied luidt: ‘In Eersel is ne mens content’. De tevredenheid wordt ook tot uiting gebracht in het Eerselse symbool ‘De Contente Mens’, een bronzen beeld onder een oude boterlinde op de Markt.

Eersel ligt midden in de Kempen: een gebied waar fietsers en wandelaars hun hart ruimschoots kunnen ophalen en dat gekenmerkt wordt als: ’Bourgondisch Gastvrij Natuurlijk’, een begrip dat geen verdere uitleg behoeft.

 

Het cultuurhistorisch museum ‘De Acht Zaligheden’ in Eersel geeft een beeld van de Kempische mens, vanaf de tweede helft van de vorige eeuw tot medio deze eeuw. Er is een woongedeelte anno 1930 en er zijn talrijke gebruiksvoorwerpen van ambachtelijke aard te zien. Bijzonder is de houtafdeling, waaronder een wagen- en klompenmakerij. Het museum heeft ook een uitgebreide collectie Brabants textiel. Bovendien worden er allerlei wisseltentoonstellingen gehouden. Buiten is een gevarieerde kruiden-, moes- en bloementuin en boomgaard te bewonderen.

Er zijn in onze gemeente diverse galerieën met een prachtige kunst- en cultuurcollectie. Daarnaast zijn er nog de historische gebouwen en monumentale boerderijen die bij menigeen in de smaak vallen.

 

Goede maatschappelijke voorzieningen, waaronder een gevarieerd winkelaanbod, diverse culturele en sportaccommodaties, scholen en zorginstellingen zorgen voor een prettig woonklimaat voor jong en oud.

De landbouw, de handel, de zakelijke dienstverlening, de industrie en de recreatiesector vormen de belangrijkste pijlers van de gemeente.

De gemeente Eersel wordt begrensd door de gemeenten Bergeijk, Bladel, Oirschot, Veldhoven en Eindhoven en is direct gelegen aan de A67 (rijksweg Venlo-Turnhout).

 

Bijdragen: C. Thijssen en R. van Rooij, Eersel

Maak jouw eigen website met JouwWeb